Tweede stadstafelgesprek: connectiviteit en nieuwe realiteit

In het tweede stadstafelgesprek wordt duidelijk dat connectiviteit tegenwoordig moeilijk is omdat er geen autoriteit meer is die verbinding tussen de verschillende partijen in de stad waarborgt. Zonder gemeenschappelijk plan ontstaan er eilandjes.

Door: Ties Wols

Volgens Inez Boogaarts, directrice van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, was er vroeger een duidelijke, alles overkoepelende visie over waar het heen moest met Rotterdam. De Erasmusbrug is een product van deze visie, een visie die desalniettemin in deze tijd niet meer bestaat. Boogaarts stelt vast dat we in een nieuwe realiteit leven waarin zulke eenduidige, van bovenaf geregisseerde visies definitief tot het verleden behoren.

Zuid en de nieuwe realiteit
Kamiel Verschuren, als conceptueel kunstenaar betrokken bij projecten op Zuid, stelt dat het ontbreken van een grotere visie vaak tot gevolg heeft dat besluitvorming zich zal baseren op economische motieven. Met andere woorden, het geld zal gaan naar grote, populistische projecten en niet naar economisch oninteressante gebieden zoals Zuid.

Ook Jeroen Everaert van Mothership, zelf naar Zuid verhuisd, ziet het geld en de projecten wegtrekken. Niks nieuws. Het gedeelte van Rotterdam onder de Maas weet zich op eigen kracht maar moeilijk te verbinden met de rest van de stad. Zolang er investeringsgeld is, zo bepleit Kamiel Verschuren, is er betrokkenheid. Zodra het geld echter wegblijft, wordt de leemte nauwelijks gevuld door sociaal kapitaal of welke beleidsdroom dan ook. De realiteit is dat zonder investeringsgeld Zuid nog immer wegdrijft van de rest van Rotterdam. Met het afschaffen van de deelgemeentes is dat nog eens versterkt; ook op ambtelijk niveau is de continuïteit en aanspreekbaarheid verdwenen.

Een goed verhaal
Bert Wijbenga, voorzitter Raad van Bestuur bij Woonbron, noemt man en paard. Door de economische crisis moest er enorm gesaneerd worden. Lange tijd is er veel te makkelijk geld uitgegeven en dat kon niet zo langer doorgaan. Toch, zo benoemt hij een trend, begint het investeren weer langzaam terug te komen, met als kanttekening dat je nu wel een goed verhaal moet hebben.

Een goed verhaal heeft Rotterdam Zuid niet. Het heeft zelfs een slecht verhaal waar volgens Paul van de Laar, hoogleraar stadsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit, Rotterdamse beleidsbepalers aan bijdragen. Zij zetten Zuid neer als getto om subsidie uit Den Haag te krijgen, maar brandmerken daarmee wel een heel stadsgedeelte op noodlottige wijze en dragen zo bij aan de negatieve beeldvorming. Het slechte verhaal zorgt voor een steeds groter wordende mentale barrière tussen Noord en Zuid, terwijl het juist het doel moet zijn deze te verkleinen.

Zuid en de binnenstad
Zuid, zo stelt van de Laar, moet echter geen tweede Noord worden. Het is een stadsgedeelte met zijn eigen kwaliteiten en het gaat erom deze kwaliteiten te versterken in plaats van nieuwe, onlogische kwaliteiten in te brengen. Zuid, zo stelt van de Laar, is niet het nieuwe Blijdorp en zal dit ook nooit worden. De vraag rijst of Zuid zichzelf vanuit de eigen kwaliteiten kan verbinden met de rest van de stad of dat Rotterdam zich vanuit het centrum zal moeten ontwikkelen.

Dat is de suggestie van Jeroen Everaert. Het omvat de gedachte dat een sterke binnenstad uiteindelijk een positieve uitwerking zal hebben op de buitenwijken. Bert Wijbenga ziet in ieder geval dat Rotterdam boven de Maas steeds meer kwaliteit begint te krijgen die er toe doet. Ook hier kunnen echter kanttekeningen bij geplaatst worden, want het besef van deze kwaliteit is nog steeds een zorgenkindje. Projecten verrommellen snel na oplevering, zoals momenteel aan de gang is bij het stationsplein, maar ook het HUF-gebouw, gerenoveerd door Provast als onderdeel van de gebiedsontwikkeling rondom de Markthal, gaat ondanks de recente oplevering al zienderogen achteruit.

Dat komt omdat Rotterdam al weer volledig met het volgende project bezig is als het laatste nog maar net is opgeleverd. Deze korte spanningsboog verraadt een door gebrek aan visie ingegeven opportunisme. Ondanks dat boven de Maas wel de nodige investeringen plaats vinden, ontbreekt hier ook een goed verhaal. Dit is ook goed zichtbaar bij het nieuwe collectiegebouw van Boymans van Beuningen.

Opportunisme
Al met al weten projecten zich maar moeilijk te verbinden met de stad. Grote projecten, zo is de gedachte, maken de stad vanzelf. Dit valt in de praktijk echter altijd tegen zo stelt Paul van de Laar. Om het opportunisme, het hoppen van het ene project naar het andere project, tegen te gaan en ware kwaliteit te waarborgen is het noodzakelijke voortdurend de gezamenlijke ambitie te formuleren. Jeroen Laven van Stipo beaamt dat de verschillende initiatieven in Rotterdam nu wel aanwezig zijn, maar nog niet ingebed zijn in een gemeenschappelijke cultuur. Hoe passen Zoho en de Markthal bijvoorbeeld bij elkaar?

Bouwen aan een stadscultuur
De samenhang moet dus beter, maar een eenduidige visie bestaat niet meer in de nieuwe realiteit. Door middel van feedback loops moet worden gebouwd aan een stadscultuur. Zo’n stadscultuur is geen eenduidige, van bovenaf geregisseerde visie, maar kan toch de stad als geheel verbinden. De stadscultuur van Rotterdam zou bijvoorbeeld om connectiviteit kunnen draaien.  Zo’n verbindende stadscultuur kan gecreëerd worden. Volgens Paul van de Laar kunnen beleidsmakers er bijvoorbeeld op sturen. Het zou een heel verschil betekenen als zij zouden beginnen met connectiviteit in plaats van een verhaal over veiligheid of iets dergelijks. Daarnaast zou ook aan projectontwikkelaars de voorwaarde kunnen worden gesteld dat ze iets doen aan connectiviteit.

Met andere woorden; het verhaal dat vertelt wordt is belangrijk. Als dit goed vertelt wordt, positief en inspirerend, dan is connectiviteit op alle vlakken en tussen alle stadsdelen mogelijk. Werken aan connectiviteit als stadscultuur lijkt in ieder geval een noodzaak om te voorkomen dat je een verknipte stad krijgt.

 

Deelnemers:

 

–          Kamiel Verschuren, conceptual artist

–          Jeroen Laven, leidinggevende en partner bij Stipo

–          Jeroen Everaert, eigenaar Mothership

–          Paul van de Laar, general director bij Museum Rotterdam

–          Inez Boogaarts, directrice Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur

–          Bert Wijbenga, voorzitter Raad van Bestuur bij Woonbron