Deel dit stuk:
Het Stadmakerscongres 2016 zit erop. We blikken terug met Dorien de Wit, adviseur voor De Beuk en lid van de Raad van Toezicht van AIR. Hoe ging zij naar huis, na afloop van het congres? Welke inzichten bleven hangen? Wat nemen we mee naar volgend jaar?
Door: Elsbeth Grievink
Wat betekent Stadmaken voor jou?
‘Voor mij gaat het om werken aan de stad van en voor bewoners, met inzet van alle kracht, talent en middelen die voor handen zijn. Om een inhoudelijke resultaat te bereiken – een betere stad, betere wijken, vernieuwing – moet je nadenken over wonen, leven, ontmoeten, investeren, meedoen en betrekken. Op een slimme manier strategieën en netwerken verbinden is enorm belangrijk.’
Hoe kijk je terug op het Stadmakerscongres 2016?
‘Heel positief. Ik vond het een mooie meeting of minds van mensen die op verschillende niveaus en manieren bezig zijn met de stad. Ze ontmoeten elkaar en daardoor raken en inspireren ze elkaar. Ze leren elkaars taal en praktijk begrijpen en komen daardoor verder.’
‘Je ziet op zo’n Stadmakerscongres links en rechts zaadjes geplant worden, waar vroeg of laat iets uitkomt’
Wat levert het op?
‘Laat ik de twee sessies die ik zelf leidde (over Stadlabs in Vreewijk en Middelland, red.) als voorbeeld nemen. Ik merkte dat de vragen uit het publiek de stadmakers op het podium uitdaagden om heel precies uit te leggen wat ze doen en waarom. Dat is nuttig.
Toen iemand uit Middelland vertelde hoe betrokken bewoners en ondernemers samen nadenken over investeringen in hun wijk, was een van de reacties: “Vroeger hadden we daar toch opbouwwerkers voor, dat ging toch ook prima?” Juist die kritische reacties dwingen om tot de kern te komen: in dit geval wat stadmaken totaal anders maakt dan de praktijk van een gemeente die tegenover de bewoners staat. Dat ‘woorden geven aan’, zorgt ook voor verbinding. In de sessie over Vreewijk kwam men zelfs tot een heel concreet inzicht. Namelijk dat je meerwaarde kunt creëren als je de connectie maakt tussen de renovatie van woningen en de ontwikkeling van het Zuiderziekenhuis. Dus, wat levert het op? Je ziet op zo’n Stadmakerscongres links en rechts zaadjes geplant worden, waar vroeg of laat iets uitkomt.’
Wat waren de hoogtepunten?
‘Ik vond de lezing van Michiel Schwarz heel inspirerend, waarin hij zeven begrippen aanreikte voor het nieuwe cultureel-maatschappelijke tijdperk waarin we stadmaken. En natuurlijk Henk Ovink, die als Guest Urban Critic een vlammend betoog hield over het belang van klimaatbestendigheid en een stevige duw gaf aan de urgentie om keihard aan oplossingen te werken.’
Waarom is het belangrijk dat we dit blijven doen, elkaar ontmoeten op een Stadmakerscongres?
‘Juist om die ontmoeting te organiseren tussen soms onwaarschijnlijke partners. Om als stad voortgang te maken is het nodig dat stadmakers buiten hun wijk, buiten hun discipline, buiten hun netwerk om verbindingen leggen. Zo verknoop je strategieën en kansen, zo organiseer je reflectie en uitwisseling. Kritische vragen leiden tot slimme oplossingen; vooroordelen worden doorbroken en leiden tot nieuwe samenwerking. Maar ook de ervaring van al die energie op een dag bij elkaar, die geeft vaart en zorgt voor een zwaan-kleef-aan-effect: erbij zijn maakt dat je deel wilt uitmaken van die stadmakersbeweging.’
Hoe gaan we verder?
‘Het is belangrijk om na het Stadmakerscongres te blijven monitoren: wat zijn de geoogste inzichten? Welke kansen en uitdagingen liggen er? Welke spelers kunnen iets betekenen? Welke nieuwkomers moeten we aan ons netwerk verbinden? AIR speelt een belangrijke rol als aanjager. AIR ondersteunt het leerproces, zoekt naar betekenis, duidt, verzamelt en verbindt. Met als doel dat de verschillende partijen in de stad vanuit hun eigen kracht aan de slag gaan met de uitdagingen van het stadmaken.’
‘Al die energie op een dag bij elkaar zorgt voor een zwaan-kleef-aan-effect: erbij zijn maakt dat je deel wilt uitmaken van die stadmakersbeweging’
Wat is je wens voor Rotterdam?
‘Ik woon per ongeluk in Utrecht, maar ben in Rotterdam opgegroeid en kom er altijd graag. Ik zou het mooi vinden als Zuid wat meer zou profiteren van de andere kant van de Maas en vice versa. Want ook in wijken als Vreewijk, Charlois en Katendrecht zijn veel redenen te vinden om trots te zijn op ‘hoe we het doen in Rotterdam.’’