Stadmakerscongres 2015: burgers bouwen steden, steden bouwen burgers
Een impressie van een rijkgeschakeerde dag vol lezingen, tours, gesprekken en workshops voor en door stadmakers.
Door: Sereh Mandias, Vers Beton
Een festival van de lerende stad. Zo karakteriseert Patrick van der Klooster, directeur van AIR, het Stadmakerscongres 2015. Met een programma vol lezingen, tours, gesprekken, workshops en zelfs een potje poker delen en bediscussiëren de sprekers en deelnemers de lessen over het werken aan de stad.
Maar tegelijkertijd is het een werkplaats. Het congres is namelijk óók de culminatie voor de zeven stadlabs. Zij werkten sinds mei dit jaar in verschillende wijken en gebieden aan uiteenlopende opgaves: van de waterproblematiek in Feijenoord tot de transformatie van de Merwe-Vierhavens in Delfshaven.
Gewoon doen dus
In alle gevallen staat tijdens het congres de stadmaker centraal. Daarvan hebben zich er 650 verzameld in de Rotterdamse Schouwburg. ’s Ochtends waaieren de deelnemers uit over de stad voor workshops en tours. Aldaar ondervinden zij de lessen uit de stadlabs aan den lijve.
’s Middags is het tijd voor reflectie. Zoals op het Stadlab Luchtkwaliteit, een initiatief van omwonenden om de luchtkwaliteit aan de ’s Gravendijkwal te verbeteren. In het onderdeel ‘Vieze lucht te lijf’ bespreken de deelnemers van dit stadslab hoe je mensen meekrijgt in je plannen, zeker bij zo’n onzichtbaar probleem als fijnstof. Cruciaal is volgens initiatiefneemster Marieke de Keijzer het tastbaar maken van het probleem. Want pas op het moment dat ze prototypes van mos en platen aan de straat neerzette, kwamen buurtbewoners informeren wat er gebeurde. De Keijzer: ”Gewoon doen dus, dan komt het gesprek vanzelf op gang.”
Mechanische olifant
In de hal verleiden vijf sociale initiatieven de bezoekers om bij te dragen aan de wijk Delfshaven. Onder de noemer ‘buurtpokeren’ presenteren zij zich, waarna de aanwezigen (variërend van Rabobank Rotterdam en een woningcorporatie tot nietsvermoedende bezoekers) tijd, geld of kennis kunnen investeren. Initiatiefnemer het Wijkinvestingsfonds (WIJF) geeft hiermee richting aan investeringsstromen in de op sommige plekken zwakke wijk. Initiatieven uit de wijk zelf krijgen namelijk een podium en komen zo in contact met mogelijke investeerders.
Even daarvoor presenteert Observatorium op datzelfde podium ‘Art changes perception, politics changes reality’, een gesprek over de rol van kunst in het maken van de stad. Aan tafel zitten Harry Hamelink (Motel Mozaïque), Tabo Goudswaard (The Art of Impact) en Ruud Reutelingsperger (Observatorium). Zij vertellen onder meer over een gigantische mechanische olifant die de katalysator was voor de ontwikkeling van een oude werf in Nantes en de rol van kunst in het verbeelden van mogelijke toekomsten. Met een heuse scoop sluiten zij het gesprek af: Rijkswaterstaat geeft groen licht voor het plan van Observatorium om het Kleinpolderplein volgend jaar april af te sluiten voor verkeer en er 24 uur lang een festival te houden.
Staat van de stad
Ook de gemeente is als founding partner nadrukkelijk aanwezig op het congres. Zo presenteert zij de eerste ‘staat van de stad’: de visie van de gemeente op de relatie tussen stadsontwerp en stadmaken. Mattijs van Ruijven, hoofd stedenbouw van de gemeente, presenteert daarom een nieuwe kaart van Rotterdam. De afgelopen maanden verzamelden hij en zijn collega’s data om een beeld van de ontwikkelkansen in de stad te bouwen, gegroepeerd in vier thema’s en (letterlijk) op de kaart gezet.
Thema 1, ‘The next economy’, zet in op de vernieuwing van economische sectoren die al aanwezig zijn in de Rotterdamse regio. Rotterdams eigen Topsectorenbeleid dus, zoals de voedselsector en de medische sector. Het thema ‘Binnenstad en stadswijken’ gaat over de transformatie van de modernistische stad naar de organische stad. Hierin nemen de levendige stadsstraat en de fiets belangrijke plaatsen in. Ook de groei van de stad staat hoog op de agenda, want tot 2030 komen er zo’n 50.000 inwoners bij. De gemeente verwacht daarom een verdere verdichting van de stad via woningen. Het vierde thema, ‘Stad in Delta’, zet in op een mentaliteitsverandering: van stad aan de rivier naar stad in een deltalandschap, met levendige oevers die een positieve invloed hebben op hun omgeving.
De kaart die hieruit is ontstaan, is nadrukkelijk niet bedoeld als statisch masterplan, maar juist als begin van een dialoog. Van Ruijven: “We zien deze kaart als een openingsbod om vanuit de stadsvisie een gesprek uit te lokken.”
Sociale cohesie in Brooklyn
Het zwaartepunt van de dag ligt op de lezing van Alexandros Washburn, de guest urban critic van dit jaar en voormalig Chief Urban Designer van het New York City Department of City Planning. Tegenwoordig is hij professor bij het Center for Coastal Resilience and Urban Xcellence (CRUX). Naar aanleiding van de overstroming in New York door orkaan Sandy houdt hij zich bezig met resilience: weerbaarheid tegen klimaatverandering. ‘Risico = kans maal consequenties’, zo doceert hij. Want hoewel de kans op overstromingen in New Orleans groter is dan in New York, zijn de consequenties voor het dichtbevolkte New York veel groter, en het risico dus ook. Weerbaarheid richt zich daarom op dat laatste: het verminderen van de consequenties van mogelijke rampen.
Washburn vertelt een persoonlijk verhaal: ook zijn eigen huis in Red Hook, Brooklyn is door Sandy onder water komen te staan. Na de orkaan kwamen vrijwilligers vanuit de hele stad helpen om de boel te herstellen, een gebeurtenis die een diepe indruk bij hem achterliet. Bewoners, stelt Washburn, zijn daarom uiteindelijk wat de wijk veerkrachtig maakt: resilience is sociale cohesie.
Mooiste oogst
Washburn heeft de dagen voorafgaand aan het congres in Rotterdam doorgebracht en is zeer onder de indruk van de stad. Hij ziet parallellen met Brooklyn en voelt zich hier thuis. Zijn oproep aan de stad gaat dan ook niet over de manier waarop Rotterdam omgaat met water, maar over de rol die de stad kan spelen op een continent in crisis. Miljoenen mensen zijn op drift terwijl Europa met pijn en moeite een akkoord heeft bereikt om slechts een fractie daarvan op te nemen. Deze migratiegolf is geen incident, maar een demografische trend, zo stelt Washburn.
Dus wat moet je doen? “Erken wie deze mensen zijn”. Het zijn geen anonieme vluchtelingen, maar individuen met een eigen verhaal. En daar komt de stad in beeld. Want, zo stelt Washburn als slot van zijn lezing zichtbaar geroerd: ”Cities build citizens.”
Tijdens het Stadmakerscongres 2015 staan stadbewoners als stadmakers in de schijnwerpers: burgers bouwen steden. Maar, zo leert de Amerikaanse professor ons, we moeten zeker in deze tijden niet vergeten dat we dit ook andersom kunnen en moeten lezen: steden bouwen burgers. Dat is de mooiste oogst van de dag.
Marieke de Keijzer, Stadlab Luchtkwaliteit: ”Gewoon doen dus, dan komt het gesprek vanzelf op gang.”
Rijkswaterstaat geeft groen licht voor het plan van Observatorium om het Kleinpolderplein volgend jaar april af te sluiten voor verkeer en er 24 uur lang een festival te houden.