Stadlab Maritiem District: acupunctuur voor wijkvernieuwing

Het is rustig in het Maritiem District. Te rustig voor een wijk met zoveel potentie. Het stadlab gaat daarom onder leiding van Koen Westhoff op zoek naar een nieuw elan.

Tekst: Anneke Kortleve, Vers Beton

Het Maritiem District – Leuvehaven, Wijnhaven, Scheepmakershaven en Oude Haven – is een gebied met all the buttons: gunstige ligging, welvarende, ondernemende mensen en nostalgische bruggen, gecombineerd met glimmende flats. Het gebied verwoordt zo perfect het Rotterdamse stadsgezicht. Er ontbreekt alleen nog één ding aan het ideaalbeeld: gebruikers. Want iedereen stapt de deur uit om ergens anders te consumeren of recreëren.

De ondernemers vroegen daarom een merkbureau om het gebied identiteit te geven. Dat bureau kwam met de naam ‘Maritiem District’, wat gretig werd geadopteerd en sindsdien de identiteit van het gebied beschrijft. We praten daarom met Koen Westhoff, moderator van stadlab Maritiem District, over hoe dit gebied wordt opgevoed als centraal stedelijk gebied.

Verwaterd
Het merkbureau heeft de naam meer gestoeld op uitstraling dan op maritieme bedrijvigheid. Het was bijna andersom gelopen, vertelt Koen Westhoff. Het Maritiem District moest oorspronkelijk namelijk een maritieme hoek worden, inclusief een immense rotonde. “In de jaren zeventig was het plan om al het water te dempen om zo een directe aansluiting te maken op de Willemsbrug. Er stond een betonfabriek en er zou een rotonde komen met een doorsnee van 300 meter. Dat is ongeveer van het Witte Huis tot aan de Kipgarage. In het oude plan uit 1946 was dit namelijk gepland als een maritieme hoek, met een directe aansluiting op de Willemsbrug.”

Volgens Westhoff liet de bevolking een ander geluid horen, dat de toen nogal dominante dienst infrastructuur overstemde: hier ligt de oorsprong van Rotterdam, die mag je niet dempen. “Er was in de jaren tachtig en begin jaren negentig een vereniging met mensen die de buurt actief beter maakten. Dat is later verwaterd. En nu zie je dat diezelfde tendens van toen weer een beetje op gaat leven. Mensen die hun eigen buurt beter willen maken.”

Veel gedoe
Westhoff werkt, na twintig jaar bij de overheid te hebben gewerkt als gebiedsontwikkelaar, als adviseur voor het in de Wijnhaven gevestigde Rebel Group. “Ik ben verhuisd uit Amsterdam en woon nu zeven jaar in Rotterdam. Ik kende plekken om het Wijnhavengebied heen, zoals de Witte de With, de Maas en de Blaak, maar dit gebied kende ik nog niet. Toen ik in Rotterdam ging wonen, kwam ik er nooit. Nu ik hier werk, ben ik pas gebruiker van het gebied geworden.”

Koens ervaring is het gebied eigen: als je er niets te zoeken hebben, kom je er niet. Het gebied levert ook geen verbinding tussen west en oost in Rotterdam, maar ligt er gewoon tussen. Westhoff: “Er is weinig loop in het gebied. Misschien dat de Markthal wat meer toestroom gaat creëeren, maar dat is afwachten. Fietsers komen hier ook niet, want iedereen gaat over de Westblaak. Het is toch te veel gedoe om door dit gebied te fietsen.”

Coherent gebied
De tocht is het gedoe niettemin waard. Fietsend langs de Wijnhaven, met haar mooie bruggen, zie je tussen de gebouwen door de Maas, de Markthal en het Erasmus MC opdoemen. Deze, soms optische, nabijheid van bijna alles in de stad is het sterke punt van het gebied, maar ook meteen zijn zwakte.

Westhoff: “In dit gebied krijgen we met 15 duizend bewoners, twee hogescholen en diverse bedrijven en hotels de plint niet goed ingevuld. Hoe kan het dat we met zoveel draagkrachtige bewoners geen traiteur of groenteboer hebben? Misschien is dat wel omdat als je uit je woning valt, je zo in de Markthal, Little Italy of Marqt zit.”

De moderator wijst op de bronskleurige flat Wijnhaeven en de roodzwarte flat Red Apple. “En sommige bewoners uit de hoge flats gedragen zich zelfs een beetje alsof ze in de Montevideo op de Kop van Zuid wonen. Op de 31e verdieping, met de lift naar de parkeergarage, om in hun auto te stappen en vervolgens het gebied uit rijden om te recreëren of te consumeren. Het is hier echter wel echt anders dan de Kop van Zuid. Ja, er is hier veel hoogbouw, maar het gebied doet coherent aan. Dat komt door de singels die het gebied levendig maken. Er zijn mooie bruggetjes en er is redelijk wat groen. Nou ja, voor Rotterdamse begrippen dan.”

Niet te dominant
Westhoff vertelt over de bewoners en ondernemers die zich actief inzetten. “De bewoners hier, en nu generaliseer ik natuurlijk heel erg, hebben vaak een ondernemersachtergrond. Ze zijn welvarend, maar niet zoals in Kralingen met oud geld, en betrokken, maar niet zoals er in west een cultureel verantwoord VPRO-publiek zit. Een beetje selfmade. Het is zo ongeveer de ideale groep voor de participatiesamenleving. Ze spreken alle talen, zoals van de overheid en de economie. Zo waren we laatst bij elkaar en spraken we over fiscale constructies, dus hoe we dingen moeten regelen. Heel veel mensen wisten van de hoed en de rand, waardoor je heel makkelijk een dialoog aan kunt gaan. Mensen pakken heel snel een verantwoordelijkheid en zorgen ervoor dat het wordt uitgevoerd.

Westhoff geeft als voorbeeld de sloepenhaven ‘The Red Apple Marina’ aan de voet van de Red Apple, die op zondag 28 juni werd geopend met het Wijnhaven Festival. Het plan voor de sloepenhaven komt uit 2008, maar de financiering kwam maar niet rond. “Op een avond kwamen we bijeen en toen dreigde na bijna tien jaar wéér die sloepenhaven niet door te gaan. Toen hadden ondernemers en bewoners zoiets van: ‘ja, nu gaan we er gewoon voor, dan neem ik maar het risico en betaal ik alvast vooruit’. Binnen zes weken kwam die haven er toen. En dan zie je opeens dat ze wethouder Ronald Schneider de haven laten openen, de Hogeschool Rotterdam betrekken bij de organisatie van de opening en een deal hebben gesloten met het Ibis Hotel voor passanten, zodat zij in het hotel kunnen douchen. Als je dat vanuit de overheid wilt regelen, dan lukt dat niet. Dat is niet eens onwil, maar het is gewoon onmogelijk. Ik heb daarom ook expliciet aangegeven dat de rol van de overheid niet te dominant moet zijn, maar dat zij zich een beetje rustig moet houden.”

Als moderator wil hij bereiken dat de mensen die iets willen ondernemen of bereiken, elkaar weten te vinden en hun plan kunnen realiseren. Hij noemt zichzelf geen leider, maar een begeleider. “Ik beschouw dit als een soort acupunctuur voor wijkvernieuwing. Je geeft speldenprikjes aan initiatieven die gebonden zijn aan een straat of de buurt. Het is geen gebiedsontwikkeling. Het is gebiedsverbetering.”

Arie Lengkeek, AIR: “Het Maritiem District ligt in het centrum van het stedelijk gebied. Toch is het een beetje een blinde vlek in Rotterdam. Hoewel tussen centrum en rivier, en tussen Witte de With en Oude Haven, ligt het niet lekker in de loop. Er komen weinig mensen op af die er niet wonen of werken. Toch zit er een enorm potentieel in het Maritiem District. Zo zitten er veel ondernemers en actieve bewoners die van het gebied een betere plek willen maken. Met het stadlab kijken wij hoe die initiatieven opschakelen en structuur op stadsniveau kunnen maken. Dat begint ermee dat we partijen bijeenbrengen en uitnodigen een relatie te leggen tussen hun initiatief en de lange lijnen en structuur in en om het gebied.”

Stadlab #5

Maritiem District

Gebiedsactoren slaan de handen ineen met gemeente en stadsbestuur om het stadshart te verruimen en te verbinden met het Maritiem district. Samen zoeken naar hefboom tussen publieke programmering, uitnodigende routes en missing links.

Terug naar de startpagina van Stadlab Martiem District

Koen Westhoff, moderator stadlab Maritiem District: “Ja, er is hier veel hoogbouw, maar het gebied doet coherent aan. Dat komt door de singels die het gebied levendig maken. Er zijn mooie bruggetjes en er is redelijk wat groen. Nou ja, voor Rotterdamse begrippen dan.”

Koen Westhoff“Ik beschouw dit als een soort acupunctuur voor wijkvernieuwing. Je geeft speldenprikjes aan initiatieven die gebonden zijn aan een straat of de buurt.